Afscheid Jantsje van der Veen
Vandaag komt er voor mij een einde aan een bijzondere reis. En zoals dat gaat als je op een kruispunt staat, heb ik in de laatste weken regelmatig teruggekeken op de afgelopen acht jaar. Daarbij kwam steeds een tekst uit psalm 84 in mijn gedachten.
'De Heer weigert zijn weldaden niet
Aan wie onbevangen op weg gaan.
Heer van de Hemelse machten,
Gelukkig de mens die op U vertrouwt.’
En zo was het, acht jaar geleden. Samen met Douwe Hooijenga nam ik onbevangen mijn plaats in in de gemeenteraad. Niet gehinderd door enige ervaring, zonder inwerkperiode en zelfs zonder affiniteit met de politiek. Als je onbevangen achter God aan wandelt, kun je zomaar op de meest onverwachte plaatsen terechtkomen.
Het was hard werken, maar als ik terugkijk ben ik trots op hoe we het samen hebben gedaan. In het begin hadden we niet eens een portefeuilleverdeling, we moesten onszelf als fractie nog helemaal uitvinden. Die verdeling kwam er trouwens daarna al vrij snel, toen het mijn fractie duidelijk werd dat ik bij grote bedragen niet kijk op een nulletje meer of minder. De financiële stukken waren gelukkig bij Douwe in goede handen.
Ik stortte mij in die eerste periode vooral op het sociaal domein en op het onderwijs. De drie decentralisaties, het huisvestingsplan voor de scholen... het waren grote en ingrijpende dossiers. Daarnaast waren ook de bewoners van ons AZC in die periode regelmatig onderwerp van gesprek in de raad.
Als oppositiepartij was het niet altijd eenvoudig; de macht van de coalitie was sterk en er was over het algemeen weinig ruimte voor de inbreng van de andere partijen in de raad. Toch hebben we er steeds voor gekozen om contructief onze bijdrage te leveren, en hebben we vanuit de inhoud gestreden voor wat wij van waarde vinden.
Op hoop van zegen stelden we ons beide in 2018 opnieuw verkiesbaar. We haalden als ChristenUnie nét geen drie zetels, maar Douwe en ik konden nog wel een periode samen verder bouwen. En stuk wijzer, maar het dezelfde onbevangenheid als vier jaar daarvoor gingen we het gesprek met de informateur aan en namen we uiteindelijk samen plaats aan de onderhandelingstafel. Met de ervaring van vier jaar oppositie nog vers in mijn geheugen, had ik mezelf daarbij een belangrijk doel gesteld; ik wilde me vanuit de coalitie inzetten voor meer ruimte voor de inbreng van oppositiepartijen. Dat de tegenstelling coalitie-oppositie eerder groter dan kleiner werd in de afgelopen raadsperiode beschouw ik als een groot verlies. Voor de raad, voor het college én voor de mienskip. We hadden samen meer kunnen bereiken, op een betere manier, en we hadden als gehele raad zoveel meer eer van ons werk kunnen hebben als we elkaar weer hadden kunnen vinden, na die slechte eerste start.
Naast het sociaal domein, waar mijn hart ligt, mocht ik me in de afgelopen vier jaar ook bezighouden met het afvalbeleid. De motie over de inzameling van oud papier, die door mij werd ingediend, en die dwárs tegen de plannen van onze eigen gewaardeerde wethouder inging, deed veel stof opwaaien. Maar het was tekenend voor de manier waarop wij als team politiek bedrijven; met open vizier en altijd op de inhoud. Als partij hebben we mooie dingen bereikt, en ondanks de strijd die er in de raad voortdurend was, kijk ik met veel dankbaarheid terug.
In 2014 ben ik onbevangen op weg gegaan en de woorden van psalm 84 zijn waar gebleken. God heeft mijn pad gezegend. Vooral met veel mooie mensen, die ik hier graag wil bedanken.
Allereerst Jan, onze drie kinderen Marten, Janneke en Hilda en een kring van familie en vrienden. Zij hebben mij de ruimte gegeven, me aangemoedigd en vooral heel veel naar mij geluisterd. U moet weten dat ik mijn gedachten het best orden door erover te praten... Dank jullie wel voor jullie steun en jullie geduld!
Dan de ChristenUnie-familie. Het bestuur, de leden, die biddend achter ons staan. Dank jullie wel, we hebben met echt sámen gedaan!
De fractie. Douwe, Dick, Thomas, Menno, Theo, Berend... lange tijd was ik de enige vrouw tussen al die mannen. En, al zeg ik het zelf; ze hebben zich goed staande weten te houden 😉
Een speciaal woord van dank wil ik richten aan Douwe (dit verhaal is niet voor niets bijna helemaal in de wij-vorm geschreven), Dick (die zoveel meer was dan alleen ons burgerraadslid) en Andries (onze zeer gewaardeerde wethouder, een aanwinst voor ons team). Wat hebben we samen een mooie tijd gehad! Héél veel appjes, hard werken en vooral veel plezier. Dank, dank, dank! Wat zal ik jullie missen!
De mensen van de griffie; wat is een raadslid zonder jullie? Dank je wel voor jullie ondersteuning, vaak achter de schermen maar onmisbaar!
Ook wil ik hier graag mijn waardering uitspreken voor de ambtenaren in dit huis. Er wordt veel werk verzet, met deskundigheid en liefde voor onze mooie gemeente. Dat wordt niet altijd gezien en er is vanuit de samenleving niet altijd de waardering die jullie wel toekomt. Petje af!
Mijn tijd in de raad eindigde anders dan ik had gehoopt. De afgelopen maanden stond mijn gezondheid het mij niet toe om in de raad aanwezig te zijn. Maar in die tijd heb ik raad en college op een heel andere manier leren kennen. Thuis hangt een rek vól kaarten, er waren bossen bloemen, appjes, telefoontjes en bezoekjes. Al die blijken van meeleven dragen eraan bij dat ik vandaag met een warm gevoel afscheid neem van deze raad. Dank jullie wel! Het ga je goed!